vrijdag 30 april 2010

Over hoe ik een brillie werd terwijl ik helemaal geen brillie wilde zijn

Ja, lieve mensen, ik ben nu officieel een brillie. Het begon vorig jaar met irriterende lenzen, rooddoorlopen ogen en een boze oogarts. Die zei dat ik een jaar lang ab-so-luut geen lenzen meer mocht dragen. Iets met lenzen die als een zuignap op mijn ogen werken, waardoor er geen zuurstof meer in mijn oogbol kwam. Blijkbaar een probleem dat wel vaker voorkomt bij vrouwen die tegen de dertig aanlopen. Hmpf.

Toen ik enkele weken terug geleden naar de oogarts ging, was ze niet meer boos. Ze zei zelfs dat ze goed nieuws had.
"Yes!" juichte ik, mijn bril alvast enkele kilometers in de verte weggooiend.
- "Je ogen zijn weer helemaal gezond en vol met zuurstof."
"Joehoe!" riep ik en sprong enthousiast mijn brillendoosje aan gruzelementen.
- "Zo," zei ze "maar je mag nog steeds geen lenzen dragen."

En dat is het moment waarop ze in de film inzoomen op de patiënt die dan met grote ogen recht in de camera staart en dan hoor je 'huuuunk?!' of het geluid van brekend glas. Hoe toepasselijk. Nee, de oogarts stelde daglenzen voor, om af en toe eens te dragen. Maar dan moest ik echt mijn momenten goed uitkiezen, bijvoorbeeld een trouwfeest of een speciaal jubileum. Dus nu vraag ik aan u, allerliefste lezers, nodig mij uit op al uw feesten en partijen. Zo'n 365 per jaar, lijkt dat u iets? Mij alvast wel!

Want zeg nu zelf: God kan me toch niet zo'n grote ogen hebben gegeven om ze te verstoppen achter van die stomme brilglazen? Glazen die altijd weer vuil worden en waar de regen zo lekker tegenaan spat. Ik krijg zelfs al van die mensen-met-brillen-wallen onder mijn ogen. En hoe vaak mijn lief ook zegt dat dat niet waar is: hier is het onomstotelijke bewijs. Sarah is een brillie.

maandag 26 april 2010

Intussen hou ik mij vooral bezig met:

... het hardnekkig ontkennen dat er nog maar zes weken tussen dit eigenste moment en de deadline voor mijn eindwerk zitten. Maar gelukkig is het al helemaal af, mijn eindwerk, geen probleem. Peanuts, die tentoonstelling! Handig he, zes weken op voorhand klaar zijn? Helaas is dat enkel in mijn hoofd het geval.

Terwijl ik eigenlijk zou moeten tekenen/photoshoppen/schilderen/fotograferen hou ik me precies liever bezig met blogposts schrijven, nadenken over een nieuwe badkamer, wegdromen van vakanties op Griekenland... of nee: Sardinië... of nee, nog ergens anders!, borrelen met de buren en de gang eindelijk nog eens kuisen en dan beseffen dat ik dat veel vaker zou moeten doen.

Maar er zijn twee dingen die mijn nieuwe grootste verslaving dreigen te worden: Weeds en Six Feet Under. De momenten waarop we samen lekker onder een dik deken 'nog één Weedske voor het slapengaan' of 'zes voetekes' doen... heerlijk. Het is een beetje wat een glas whiskey aan het einde van een lange dag kan zijn, denk ik. Of een héle speciale praline die je zo lang mogelijk in je mond wilt houden.

En het is een ritueel geworden. Soms heb ik meer zin in de hilarische humor van Uncle Andy, de spanning en het lekkere lijf -excuseer, de mooie ogen- van Conrad in Weeds, andere avonden wil ik liever de subtiele touch en de stevige armen van Nate in Six Feet Under.

Regel nummer één: NOOIT de intro overslaan, ook al heb je die al honderd keer gezien.

Een paar voorsmaakjes - maar niet teveel, want youtube heeft me al teveel verraden nu, dammit:


zo voel ik me ook wel eens
(en dat is niet Nate maar David, voor alle duidelijkheid)


waarschijnlijk zeer herkenbaar voor de jongens onder u
enkel te bekijken met age coin!

donderdag 22 april 2010

Sarah weet eigenlijk niet goed wat ze moet vertellen

Maar in tussentijd zal ik u -volledig ter uwer entertainment ende amusement- even een paar totaal onbelangrijke dingen meegeven waarop u ongetwijfeld echt zat te wachten:

ten eerste
Op de begrafenis van bomma patatjes ben ik beginnen niezen en snutten en sindsdien ben ik niet meer gestopt. En het rare is dat het zichzelf niet uitbreidt tot een verkoudheid met rochelhoest enzo, nee, mijn neus zit gewoon heel de tijd vol snot. En het is geen allergie zegt de dokteres. Dus bij deze aan iedereen -in het bijzonder aan mijn lief en mijn collega's- mijn excuses voor mijn vreselijk irritante snuit- en snuif behaviour van de laatste weken. Ik kan er ook niet veel aan doen.

ten tweede
Ik eet die kaasjes van La vache qui rit nooit uitgesmeerd op mijn boterham, maar ik knip het tipje van de bovenkant van dat driehoekje, even duwen en dan eet ik die kaas zo uit het vuistje op.

ten derde - mocht u nog willen verderlezen
In het echte leven zeg ik eigenlijk bijna nooit 'hallo'. Eerder hey of guujendaag of iets in die aard.

ten vierde - bent u er nog?
Op de dagen dat ik thuis werk, sta ik altijd vroeger op dan op de dagen dat ik moet gaan 'uit' werken. Het is ook niet ongewoon dat ik voor acht uur het afwasmachien al heb uitgeladen én de afwas heb gedaan. Sommige mensen vinden dat raar, ik vind dat gewoon handig.

ten vijfde - voor de techneut in u
Blogger.com doet de laatste maanden raar als ik een foto wil uploaden, of zoals nu opsommingstekens gebruik (maar weer heb weggedaan wegens dit probleem dus). De interlinie klopt dan niet meer en alle zinnen worden tegen elkaar geperst. Hulplijn, iemand?

ten zesde - voor de laatste lezer die nog overblijft
Ik ben ongelofelijk rommelig. Echt heel erg vind ik dat niet, maar ik vind het wel erg voor de mensen rond mij die dat wel ambetant vinden. En toch krijg ik soms (ik zeg wel: sóms) een opruim- en weggooistuip en dan kan ik ook ongelófelijk zitten blinken van contentement, temidden van die opgeruimde dingen.

ten zevende - proficiat, u heeft het volgehouden! applaus!
Meestal wil ik alles tegelijk: een wereldreis, een nieuwe auto, gezinsuitbreiding, een winkeltje, een nieuwe badkamer en een opgelapte zolderverdieping, met vrienden op café gaan, mijn familie bezoeken, luieriken, gaan dansen tot een kot in de nacht én vroeg opstaan. En dat liefst allemaal in één weekend . Maar eigenlijk ben ik best wel heel gelukkig nu. Echt!

vrijdag 16 april 2010

Weekendje Hometown

Ik ga niet zo vaak terug naar mijn Hometown, ondanks het feit dat mijn mama, mijn lieve zussen en een heleboel vriendinnen er nog altijd wonen. Dat komt omdat er nu een nieuwe Hometown is, en de Hometown van mijn lief die ook op tijd en stond bezocht moeten worden.

Tien jaar nadat ik er wegtrok zie ik in mijn oude Hometown iedere keer weer mensen waarvan ik het bestaan al lang vergeten was. Mensen die er eigenlijk nog altijd hetzelfde uitzien - maar dan de doffe, afgeleefde versie van wie ze vroeger waren. Mensen die met grote ogen vragen of ik nog àltijd in De Grote Boze Stad woon en wat ik daar nu in hemelsnaam zo leuk aan kan vinden. Mensen met kuitbroeken en te spannende laarzen eronder. Mensen met een uitgebluste, pappige man aan hun zijde - al dan niet in bij elkaar passende outfits. Als er al sprake kan zijn van enige vorm van outfit. Mensen waarvan het hoogtepunt van de dag bestaat uit het bekijken en bespreken van oerdomme tv-programma's.

Mensen die er in de Grote Boze Stad ongetwijfeld ook zijn, maar die waarschijnlijk minder opvallen in de hustle & bustle hier. Of misschien herken ik ze niet omdat ik hier nooit op school heb gezeten en dus niet weet wie vroeger het populairste meisje van de klas was. Het mooie meisje waar ik zo jaloers op was en dat nu compleet uitgezakt blijkt te zijn.

En dan zijn er gelukkig ook nog andere mensen. Mensen die leven vol vuur en met glinsteringen in hun ogen. Mensen die een spontaan glaasje wijn in de zon appreciëren zonder stress over een in de war gestuurde huishoudelijke planning. Mensen waarbij de tranen over mijn wangen rollen van het lachen en die hun kinderen gewoon meenemen naar daar where the party is. (nee niet écht een party he, zo onverantwoord ben ik nu ook weer niet maar je snapt me wel). Lieve mensen, waarbij er meestal onnozel gedaan wordt, maar soms ook best serieus.

Je kan ze goed herkennen. Dat zijn mijn vriendinnen.
Ik zou eens vaker naar mijn Hometown moeten gaan.

donderdag 15 april 2010

n°4: een boottochtje met de Flandria

Eigenlijk had ik al sinds Paaszondag een vierde puntje van De Lijst afgewerkt: eens gaan varen met de Flandria! Zoals ieder jaar bij Pasen kregen we namelijk hoog bezoek: mijn zussen (3) met hun mannen (2), kinderen (7!) en mijn mama (zo is er maar 1). Ideaal moment voor een boottochtje! Jammer van de wolken, maar dat lieten we niet aan ons hart komen.

De ongelofelijk lieve kapitein vertelde trots over de radar waarop je de andere schepen en de kaaien kon zien. Een andere man las in het Nederlands en zijn 'beste' Engels allerlei weetjes over de haven voor in een micro. Awoe voor het vooraf ingesproken bandje! Hoera voor live commentaar!

En dan moest de paasbrunch nog komen. Toen de kleintjes de kids cinema op onze slaapkamer beu waren, vroeg ik of ze het misschien leuk zouden vinden als ik mijn verkleedkoffer zou bovenhalen. De meisjes gilden enthousiast jaaa!! "Maar het zijn gewoon oude kleren van mij, hoor." Nog enthousiaster: Jaaaa!!!!!!!! En zo kwam het dat onze living plots omgetoverd werd tot wat je op de onderste foto ziet. Volgend jaar zorg ik voor een overvloed aan schoenen met hakken, want om het enige paar met hakken werd danig gevochten. Het o zo herkenbare meisjesgekibbel. "Mamaaa, ze zeggen dat ik dat niet mag aandoen." "Seg, ik had die schoenen wel eerst, he!" "Eih, ik vind die platte schoenen lelijk." "Maar ik wil dié sjaal, die zij aanheeft!!" Meisjes. Gotta love 'em.

Na het verkleden kwamen de obligate fotoshoot (1), modeshow (1) en toneeltjes (2). Heerlijk ouderwets entertainment, daar kan geen dvd aan tippen! Tel daar nog wat kleuters (2) bij die niets liever doen dan paardje rijden en wat pubers (2) die sommige dingen cool vinden, maar de meeste dingen stom, en you get the picture van een gemiddelde familiebijeenkomst bij ons. Zalig!


donderdag 8 april 2010

Verwerking is iets raars

Ik wou haar zo graag in het boek over bijzondere oma's, dat ik voor mijn eindwerk ga maken, maar dat is helaas niet meer gelukt. Telkens zei ik, als ze weer eens in het ziekenhuis lag: "Binnenkort kom ik langs om een foto te nemen en naar je verhalen te luisteren, hoor!" Het is er nooit van gekomen.
Nu wordt mijn hele tentoonstelling aan haar opgedragen. Te beginnen met deze kadertjes, over haar, voor haar. Heel de dag heb ik eraan gewerkt, aan haar gedacht, om haar gelachen, tegen haar gebabbeld.

Ik had liever dat ze gewoon in het boek stond. En dat ze naar de tentoonstelling zou kunnen komen.
Zou ze moeten lachen om dit reeksje?

dinsdag 6 april 2010

Patatjes voor te bakken, of stoemp?

Dat was de vraag die Sven en ik jarenlang elke vrijdag kregen. Op zondagavond stond er altijd een zak vol lekkere dingen klaar voor ons, klaar om er weer een kot- of werkweek tegenaan te kunnen. En als we één keer zegden dat iets ons gesmaakt had, bijvoorbeeld een bokaaltje asperges, dan stak je dat ineens ook standaard bij in het pakket. Tot de asperges onze oren uitkwamen, maar we dat eigenlijk niet durfden zeggen omdat het zo lief was wat je deed.

Ook de stapels Suskes & Wiskes en Jommekesboeken die je voor je kleinzonen verzamelde zijn bijna niet te tellen. Zelfs wanneer ze al lang de stripleeftijd voorbij waren, stopte je hen iedere keer trots weer de nieuwste editie in hun handen.

Net voor we terug naar huis gingen, al overladen met zakken vol soep en patatjes, schuifelde je vaak nog even naar de tuin om ons een paar rozen mee te geven. Ik heb daarna trouwens nooit meer rozen gehad die zó goed roken als de rozen uit jouw tuin.

En de trots strààlde gewoon van je af als je tegen je vriendinnen of een verpleegster kon zeggen: dàt is mijne kleinzoon, se. Zo fier dat je op je kleinzonen was, en terecht! Het zijn dan ook echte goeie jongens. Maar dat kan moeilijk anders als je zo’n goeie bomma hebt.

Ik kan nog wel even doorgaan, over de grapjes die je maakte. Of over de bananen die je niet lustte. Of over den Doogie en de Fik, de honden waar je zo gek op was.

Het waren al die kleine dingen samen waardoor jij –ook al was je niet mijn eigen bomma- de beste bomma van heel de wereld was.
Het zijn die kleine dingen die we allemaal zo hard gaan missen.

De laatste jaren mocht en kon je altijd maar minder en minder. Niet meer zelf patatten koken. Niet meer breien. Geen suiker meer. Een voor een vielen de plezante dingen af. Tot je op den duur zelfs niet meer alleen uit bed kon stappen.

Maar omdat er zoveel mensen je graag zagen, hield je moedig vol en aanvaardde je wat er ging komen. Zelfs toen we een paar weken geleden alle kaartjes die je kreeg voor je 82ste verjaardag lazen, in het ziekenhuis. Zelfs toen spraken we nog af dat we je volgende verjaardag wel op een plezantere manier zouden vieren.

Tot vorige vrijdag. Toen was het genoeg geweest. En na dat laatste gebedje voor jou, toen de pastoor nog maar net klaar was met bidden, begon de zon stralend fel te schijnen. Ik ben er zeker van dat dat het moment was waarop je Jos terugzag.
Eindelijk, he, Anna. Je hebt hem lang genoeg moeten missen. Ik vraag me af van op welke wolk jullie nu naar ons kijken.

Anna, laat de rijstpap –met goed veel bruine suiker!- smaken en amuseer u met het kaarten daarboven, met alle mensen die je al die jaren hebt moeten missen. En niet foefelen he! Of zoals de laatste heldere woorden die jij tegen ons zei: "Braaf zijn en goed thuis, he menneke."

Dag Anna, laat de zon af en toe nog eens op ons schijnen.

donderdag 1 april 2010

n°3: een rok van Elise laten maken

Misschien gaat het mij toch ooit nog eens lukken om De Lijst af te werken!
Voor de huwelijksverjaardag van buurvrouw Elise en haar man Hans maakte ik vorig jaar een paar kaartjes. In ruil hiervoor vroeg ik geen flitsende flappen, maar... een rok! Want Elise is de trotse bezitster van een riante naaikamer met een prachtig uitzicht. Als dààr geen geweldig mooi rokje uit voortkomt, dan weet ik het ook niet meer. Dus bracht ik haar een leuk stofje en na vier (supergezellige en overheerlijke) dagen Bologna kwam ik thuis en hoorde ik een enthousiaste Elise op mijn voice mail vertellen dat het rokje klaar was!

Gisteren was de home delivery al daar, en het rokje was nog verpakt in een mooi, bijpassend zakje ook. Ik ben dus echt pro ruilhandel. En pro toffe buurvrouwen ook, trouwens!

Intussen eet ik me een indigestie aan paaschocolade en probeer ik naarstig een nieuwe tactiek uit: als ik gewoon doe alsof ik niks merk van het weer en mezelf consequent in lentekleren (lees: te koud) aankleed, dan moét de lente gewoon vanzelf komen. Toch?